Voor wie is dit bedoeld, blijft ook in games de hamvraag

Het woord vooraf

Zien jullie de PSVR 2 zitten? Ik heb 'm braafjes besteld: jaren terug was de oorspronkelijke PSVR de allereerste virtual-realitybril die ik kon betalen. Maar het contrast met de nieuwe bril kan nauwelijks groter zijn: die kost 600 euro, 200 euro meer dan de PSVR, 50 euro meer dan een PlayStation 5.

Ik betaal het graag, hoor. Ik denk dat er voor VR nog aardig wat te winnen valt op de consolemarkt, waarbij gamemakers kunnen verwachten dat de hardware specifieke dingen kan. En bovendien, de PSVR heeft stiekem wat emotionele waarde voor me. Ik verwacht hem niet vaker te gebruiken dan mijn Quest 2, wel dat er wat coolere dingen op te spelen zijn.

Maar tegelijk tekent het de stagnatie in de VR-sector. Ja, partijen als Apple, Sony en Meta investeren nog steeds ongelofelijk veel in de hardware. De droom van een 'metaverse' lonkt, zeker het idee dat ze de totale controle hebben over de gebruikerservaring en dus de gebruikersportemonnee. Net zoals veel tech-hypes zie ik echter meer gebakken lucht dan grote schreden.

Bij een nieuwe hype zoek ik altijd meteen naar de frictiepunten. Hoe meer, hoe kleiner de kans dat het écht iets groots wordt. Virtual reality heeft er héél veel: de ervaring is snel overprikkelend, bij de beste modellen zit je via een draadje vast, je hebt veel ruimte nodig (ik kan alleen Beat Saber spelen in mijn woonkeuken), de brillen zijn duur en het aantal games dat VR daadwerkelijk effectief gebruikt om bijzondere ervaringen neer te zetten, is eigenlijk erg klein. Ik kijk ook naar mijn eigen gedrag. Waar gebruik ik de Quest voor? Nou ja, om te fitnessen, op die dagen dat ik liever niet de gure buitenwereld betreed.

En wat is er sinds de PSVR eigenlijk gebeurd om die frictie te verminderen? Niet veel. Het aantal games is toegenomen, maar op een enkele uitzondering na zoals Half-Life: Alyx blijft het bij gimmicks. De prijzen zijn nog steeds hoog, en ook de ruimte-eisen. De enige échte innovatie is de draadloosheid van de Quest, waarmee je wat kwaliteit en technologische mogelijkheden inruilt voor gebruiksgemak. Maar eigenlijk moet de kracht van die hardware nóg groter worden om meer interessante games te faciliteren.

Zo bezien lijkt de PSVR 2 dus vooral een pas op de plaats. Met betere, sterkere technologie, dat geloof ik zo (en ik kijk er naar uit om het te proberen), maar wél met een flink prijskaartje en een draadje. Zou Apple het straks beter doen, met zijn mixed-reality headset (zowel VR als augmented reality, dat alleen een laagje over wat je ziet legt)? Ook daar blijf ik sceptisch. Want ik weet eigenlijk nog steeds niet voor wie, buiten gadgetnerds, deze technologie bedoeld is.

Hieronder volgen spoilers voor aflevering 3 van The Last of Us.

Frank (Murray Bartlett) en Bill (Nick Offerman) eten samen aardbeien, GIF uit The Last of Us aflevering 3.

Niet iedereen heeft dezelfde ervaring als ze televisie, films, radio, of games tot zich nemen. Zeker voor mensen uit minderheidsgroepen kan een verhaallijn of personage heel anders overkomen dan voor het vaak witte, heteroseksuele publiek waar de media op afgestemd is. Met vaak online ruzie tot gevolg: waar zeuren jullie over? roept het mainstream publiek, of: wat was het nut van dit, dit kwam uit het niets. Maar de context waarin we media maken en tot ons nemen kan allesbepalend zijn, blijkt ook weer uit The Last of Us. Wat de een niet ziet, is voor de ander een bron van hoop, inspiratie, of herkenning.

Alleen hebben mainstream media zich lang op één specifieke context gemikt - dat is voor veel kijkers, spelers en luisteraars nog altijd het 'normaal'. Hoe komt dat? Nou ja, onder andere door de zogenoemde Hays-code, een reeks regels die de Amerikaanse film- en televisie-industrie zich jarenlang oplegde om te voorkomen dat de politie opeens aan de deur zou staan. Seks, geweld, en homoseksualiteit? Daar moest je voorzichtig mee zijn.

We nemen vaak aan dat deze regels er 'altijd' waren, totdat we recent nieuwe inzichten kregen. Dat klopt niet: tot begin jaren twintig was er in films veel meer mogelijk dan je zou denken. Een reeks schandalen duwde de mainstreamfilmwereld echter de kast in. De code werd pas in 1968 weer ter zijde gelegd, de aangeleerde terughoudendheid werd nog langzamer losgelaten.

Waarom dit geschiedenislesje? Lang niet alle film- en tv-makers legden zich écht neer bij de code. Ze werden slechts gedwongen om een soort geheimtaal te bedenken, die niet zou opvallen bij brave, witte heteroseksuele burgers, maar die mensen uit de LGBTQ-gemeenschap wel zouden herkennen. Net zoals veel leden van die gemeenschap ook een taal hadden ontwikkeld om elkaar veilig te herkennen.

Anno 2023 is er nog steeds merkbaar verschil tussen kijkers die op deze manier media leerden 'lezen', en de (gelukkig steeds explicieter wordende) mainstream. Zeker als ze bekend zijn met LGBTQ-geschiedenis. Zie maar aflevering 3 van The Last of Us, 'Long, Long Time', weliswaar geschreven door een heteroseksuele man (Craig Mazin) maar gemaakt door een team dat voornamelijk uit oudere homoseksuele mannen bestaat. En dat merk je.

Een verhaal over twee homoseksuele mannen die ten midden van een pandemie samen oud worden en dan zelf, op hun eigen gekozen plek en moment, voor de dood kiezen - dat is anders dan een verhaal over een man en een vrouw die hetzelfde doen. Dat is deels een kwestie van historische context: personages Bill en Frank zijn oud genoeg om de AIDS-crisis te hebben meegemaakt, en oud genoeg om veel andere homoseksuele mannen voor hun tijd te zien sterven door geweld of desinteresse voor hun pijn. In plaats daarvan mag het tweetal gelukkig oud worden, waar ze zelf vredig een einde aan mogen maken wanneer ze klaar zijn. "Deze metafoor is een geschenk", schreef AIDS-activist Peter Staley dan ook. Andere critici verzuchtten juist dat ze ziek zijn van de eeuwige AIDS-clichés, die nog altijd boven LGBTQ-media drijven. Frank krijgt dan wel geen AIDS, maar wel een andere ziekte die zijn lijf langzaam afbreekt. 

Gelukkig is 'Long, Long Time' méér dan een verhaal over ziek worden. Hoe vaak zien wij oudere mannen die van mannen houden? Preppers met baarden die onder al die stoerheid een teer hartje blijken te hebben? En verhalen over mannen die samen de gehele breedte van een relatie meemaken, in plaats van het sexy jonge homostel of juist de seksloze beste vrienden te zijn? Voor heteroseksuele personages zijn dit soort verhaallijnen wellicht cliché, maar veel queer mensen ervaren deze menselijke vertolking van hun levens - mét de verborgen nuances - als nieuw. 

Nog mooier is hoe deze crew die eeuwenoude geheimtaal gebruikt. Sommige kijkers reageerden verrast, maar veel LGBTQ'ers zagen de broodkruimels meteen: voordat Frank Bill zoent, heeft hij al drie keer opgemerkt dat Bill waarschijnlijk homoseksueel is. Zelfs de blik die Bill op hem werpt wanneer hij Frank voor het eerst ontmoet, is al genoeg, aldus de makers in interviews. Toch beweegt hij voorzichtig om Bill heen: als hij het mis heeft, is hij zijn leven niet zeker. 

Had Bill de aflevering moeten overleven, zodat hij z'n grappige scènes met Ellie nog kon meemaken? Dat lijkt me dus niet. Verhalen over LGBTQ'ers worden al zo vaak doordrenkt met verlies van een partner, de échte openbaring is dat Bill en Frank er voor mogen kiezen om hun liefde voor goed vast te houden.

'Long Long Time' is mainstream-televisie over de toekomst, gemaakt met diep begrip van het verleden, van context, van cultuur. Juist dat is wat het zulke prachtige, revolutionaire LGBTQ-televisie maakt, vind ik. Ik kan iedereen dan ook aanraden om deze fantastische analyse in Slate te lezen: "Bill and Frank rejected the pestilence spreading all around them and thrived by chasing, in the smallest of actions, the queer potentiality for more, for better than this."

[einde spoilers]

In eigen werk

... en andermans nieuws

Interessant

Kip van de week

Een bruin-rode kip kauwt op Len's haar.

Kip Brownie (anderhalf jaar) heeft het op het moment lastig, en botviert haar neuroses graag op mijn haar.

Join the conversation

or to participate.