30 jaar gamehistorie? Een gedeelde geschiedenis hebben we niet | 22-10

Soms heb ik van die gesprekken waarin ik me opeens besef: de gedeelde gamegeschiedenis bestaat eigenlijk niet. Bijvoorbeeld wanneer iemand in geuren en kleuren begint te praten over de impact van The Legend of Zelda op de jeugd van mijn generatie (ik speelde ‘m nooit), of wanneer iemand een systeem om in een driedimensionale actiegame te schakelen tussen twee versies van de wereld ‘uniek’ noemt (Legacy of Kain: Soul Reaver, in mijn herinnering een monumentale, niet te bevatten mijlpaal in games, deed het al in 1999). Of, zo bleek deze maand, wanneer veel gamejournalistieke collega’s enthousiast praten over de rol die Power Unlimited - dit jubileumjaar gememoreerd in het boek 30 Jaar Gamehistorie - speelde in hun wens om gamejournalist te worden.

PU-redacteur Wouter Brugge onderkende in een fraaie column in het jubileumnummer van het tijdschrift dat hij (en de PU) lang een vrouwonvriendelijke toon hadden aangehouden, en dat hij zich daar voor schaamde. Niets dan lof voor Wouter, die bijna tien jaar geleden doorkreeg wat hij deed en er een einde aan maakte. Minder geduld heb ik met de vele trouwe PU-lezers die brommerig begonnen te roepen dat we het verleden het verleden moeten laten, want in de comments roerden zich óók vrouwen van mijn leeftijd die, net als ik, nooit de binding met de PU konden vinden die de heren wel hadden.

Nee, natuurlijk heeft het weinig zin om de PU nu nog te slaan om fouten die in het verleden zijn gemaakt, inmiddels erkend, en opgelost. Wat wel zin heeft, is om opnieuw kritisch te kijken naar onze geschiedschrijving over games. Vanwege al die jongens die vroeger de PU met stars in their eyes lazen, werd de PU defacto de plek waar de zichtbare discussie over games gehouden en gevormd werd. Dat zagen we niet alleen terug in de gamesites die naar het voorbeeld van de PU opgezet werden, maar ook in heersende ideeën over wat ‘iedereen’ klaarblijkelijk belangrijk vond in games. De PU had zo zeggenschap over welke games werden uitgelicht, welke aspecten daarvan belangrijk waren, welke trends aan de oppervlakte werden gebracht.

Dat was niet uniek aan de PU-in-Nederland: ook elders ter wereld zag je dat vrouwonvriendelijke toontje vaak terug bij toonaangevende gamesmedia, met alle gevolgen van dien. Althans, zo midden jaren 80 was er een omslag, ontdekte onderzoeker Graeme Kirkpatrick (ik plaatste wat highlights in dit X-draadje). Waar gameverslaggeving eerst genderneutraal was (en meer dan genoeg ruimte bood aan vrouwelijke redacteurs en brievenschrijvers), werd het steeds minder vrouwvriendelijk: meer gericht op competitie, op grof gegiebel, op sneren naar slechtpresterende gamers die tot ‘meisjes’ werden bestempeld. Mikken op één doelgroep was economisch gewoon slimmer, en iedereen ging er in mee. Met als resultaat: het idee dat games alleen voor mannen waren.

In 2001 mochten mijn broer en ik voor het eerst een spelcomputer kopen. Het werd een PS2. Allebei zochten we een game uit: ik koos Oni, omdat het de enige PS2-game in de winkel was met een vrouw op de cover.

Als vrouwen dergelijke tijdschriften grotendeels meden en daarom niet deelnamen aan het gameculturele gesprek, waar waren ze dan? ‘Ze zijn er niet’ is het luie antwoord dat ik jarenlang, eenzaam, moest aanhoren, terwijl de mannelijke gamers om me heen deden alsof ik een eenhoorn was. Onzin. Toen ik de column van Wouter en de reacties voorlegde aan een Discordserver waar een deel van mijn internationale nerdy vriendinnengroepje veel rondhangt, begon iedereen spontaan de eerste gamemachine op te noemen die ze ooit hadden gehad. De Atari 2600, NES, Sega, Commodore, PlayStations 1 en 2. “UGH. We zijn hier altijd geweest,” gromde een vriendin.

Tragischer was het antwoord van een andere vriendin, inmiddels in de vijftig: “Ik speelde games tot aan de middelbare school. Toen raakte ik bevriend met een stel mannelijke gamers, die me het gevoel gaven dat ik er niet bij hoorde, omdat ik niet goed in competitieve shooters kon meekomen. Pas toen ik jou over je hobby hoorde praten, dacht ik bij mezelf: heb ik het mis gehad? Zijn games toch iets voor mij?” Ze speelt nu vrijwel elke avond RPG’s en MMO’s.

We praten veel over games in onze groep, maar het gaat vaak over andere onderwerpen dan wat ik op gamesites teruglees. We hebben het over favoriete personages, romances, verhaallijnen. Over het plezier van het gewoon kunnen ‘zijn’ in een open wereld, bloemen plukken, dingen verzamelen. Maar ook gewoon over het dagelijks leven, over gamen als achtergrondgeruis wanneer we ‘s avonds willen relaxen, over het bouwen van eigen campaigns in het soort multiplayergames die dat toelaten, omdat we allemaal nerds zijn en sociaal bezig willen zijn. Competitie? Specs? Gave graphics? Dat vinden we minder interessant.

We hadden nooit een centrale plek voor deze gesprekken; we moesten hem voor onszelf scheppen. Wat voor geschiedenis kan je schrijven, vraag ik me nu af, als je op zoek gaat naar alle plekken waar niet-mannelijke gamers samenkwamen om ongestoord over de hobby te kunnen praten? Wat hebben we allemaal gemist omdat we geloofden dat de heersende gametijdschriften de breedte van het gamedebat wel zo’n beetje omvatte?

Je kan dus niet zomaar roepen dat we het verleden in het verleden moeten laten. We weten niet eens wat de volledigheid van het verleden ís. En het werkt vandaag ook nog door: trek Gamer.nl of PU.nl open, en je treft nog altijd veel meer mannen- dan vrouwennamen. En welke grote Nederlandse gamepodcast haalt zelfs maar één aflevering lang de Bechdel-test?

Het is niet alsof het Nederlandse gamejournaille bestaat uit vrouwonvriendelijke engerds - absoluut niet. Maar de gamende meiden die nu van de leeftijd zijn waarop ze mee zouden kunnen schrijven, lazen in hun jeugd telkens de bevestiging dat ze niet thuishoren in deze gemeenschap, in deze cultuur, in deze geschiedenis. Het kost tijd en moeite om die schade in te halen. Columns zoals die van Wouter zijn daarbij een goed handvat - zo kunnen we gaan nadenken over hoe we onze gamegeschiedenissen weer aan elkaar kunnen verbinden.

Wat we bij NRC schreven

  • Activision Blizzard is nu echt, echt, echt van Microsoft. Echt.

  • Dit weekend werden gamecomponisten voor het eerst geëerd in Gent, tijdens de World Soundtrack Awards op het Film Fest Gent. Een goed excuus om Stephanie Economou te bevragen over haar Grammy-winnende werk aan Assassin’s Creed Valhalla.

  • Collega Bastiaan Vroegop speelde Super Mario Bros. Wonder met zijn vierjarige zoon, en is er ongelofelijk over te spreken.

  • Ondertussen had ik het behoorlijk naar mijn zin met Marvel’s Spider-Man 2, dat wederom toont dat ze bij Insomniac Games precies weten wie Spider-Man is. Of is het Spider-Mannen?

In het nieuws

  • John Riccitiello, de gehaatte topman van gamesoftwarefabrikant Unity, stapt op. Het fiasco van afgelopen maand, waarbij Unity de voorwaarden zo aanpaste dat gamemakers collectief in opstand kwamen, zal de ex-EA-topman de kop hebben gekost.

  • En nog een roemrucht vertrek: Pete Hines, één van de twee belangrijkste namen achter gameuitgever Bethesda (Starfield, Fallout), vertrekt. Hij gaat na 24 jaar Bethesda met pensioen om zijn hobby’s te verkennen, zegt hij.

  • Al jaren wil de Dutch Games Association dat de overheid meer doet om subsidies te verstrekken aan Nederlandse gamemakers. De lobby lijkt nu op gang te komen, signaleerde Bas Vroegop in AD.

  • In de nieuwe update voor Cyberpunk 2077 zit een stemacteur die al lang overleden is. Met toestemming van zijn familie maakten ze zijn stem na met AI, schrijft Bloomberg.

  • Een afklikbare diskdrive voor de PlayStation 5. Je moet het maar bedenken.

  • Nintendo of America zegt dat het geen vakbond heeft omdat de werknemers er zo gelukkig zijn. Freelancers en werknemers op een tijdelijk contract die voor het bedrijf werken hadden volgens Kotaku vorig jaar andere ideeën.

  • Activision had in 2009 een deal met wapenfabrikant Remington om één van zijn geweren in het zonnetje te zetten, aldus The Wall Street Journal.

Interessant

  • Over vrouwen in games gesproken: Simon Parkin sprak voor zijn podcast My Perfect Console stemactrice Jennifer Hale, die met haar vertolking van de vrouwelijke Shepard in Mass Effect mij en vele vrouwen in mijn omgeving (weer) in gamers veranderde.

  • Elke keer dat ik iets zie over de manier waarop de muziekkeuze-structuur van Stray Gods werkt, krijg ik een beetje hoofdpijn. Maar indrukwekkend is het wel.

  • Hebben jullie ook allemaal zo’n zin in de Scott Pilgrim-animatieserie? Ik wel, zeker na deze trailer.

  • Ik kijk wellicht te veel video-essays over games, maar van deze analyse van hoe God of War omgaat met de spraakzaamheid (or lack thereof) van zijn hoofdpersonage kon ik echt genieten.

Kip van de week

Ik ben begonnen om m’n fysieke gamegeschiedenis uit te pakken. Pluisje helpt. (Sorteren komt later.)

Join the conversation

or to participate.